Over zorg – vervolg
De leerlingenzorg begint dus in de stamgroep met de betrokkenheid, interesse en het geduld van de stamgroepleerkracht. Daarnaast kan een kind extra hulp van remedial teacher (rt-er) krijgen, dit kan herhaling- of verrijkingstof zijn.
De leerkrachten bespreken de vorderingen van de leerlingen één keer in de maand met de interne begeleider. Dan wordt er gekeken of extra hulp noodzakelijk is. Als het kind niet voldoende heeft aan de extra uitleg van de leerkracht, wordt hij op de wachtlijst gezet voor remedial teaching. De interne begeleider maakt iedere tien weken een nieuw rooster waarop de kinderen staan die door de rt-er worden opgehaald. Ouders worden dan op de hoogte gesteld van de extra hulp die gegeven wordt.
Alleen met ouders van kinderen met een ondersteuningsprofiel worden afspraken gemaakt over de continuering van de remedial teaching. Andere ouders kunnen niet het recht op remedial teaching claimen. Dit wil niet zeggen dat de school de noodzaak van de hulp onderschat of niet erkent. Het is voor alle kinderen belangrijk af en toe extra hulp te kunnen krijgen, daarom gaan kinderen na tien weken van de rt-lijst af. Het is gebruikelijk dat kinderen na een periode ‘rust’ weer op de rt-lijst worden geplaatst.
Met regelmaat heeft de interne begeleider gesprekken met ouders en leerkrachten over de ontwikkeling van het kind. Het team ziet de ouders als gesprekpartners die veel weten over hun kind. De leerkrachten kunnen beter werken met een kind als ouders samen met de school willen optrekken. Juist doordat beide partijen vanuit een andere hoek naar het kind kijken, kan de oplossing sneller gevonden worden. Meestal zijn deze gesprekken plezierig en opbouwend, waardoor iedereen een stap verder kan komen in de begeleiding van het kind. Soms ontstaat er een meningsverschil over de manier van begeleiden. Het is dan belangrijk met elkaar in gesprek te blijven en te zoeken naar een oplossing. Het belang van het kind staat hierbij altijd voorop.
Het gebeurt dikwijls dat de interne begeleider gesprekken heeft met kinderen die willen praten over hun (leer)problemen. Dit gebeurt meestal in overleg met ouders. De meeste kinderen vinden het belangrijk om (h)erkenning te krijgen voor hun probleem en ervaren in het gesprek vaak dat ze niet dom zijn of anders, maar dat ook andere kinderen deze problemen hebben.
Kinderen kunnen ook worstelen met gevoelens van boosheid, eenzaamheid, verdriet of angst. Het kan dan prettig zijn, naast de gesprekken die ze voeren met de stamgroepleerkracht, te praten met de interne begeleider. Het kind kan zijn verhaal vertellen en samen wordt dan de situatie bekeken vanuit verschillende invalshoeken. Kinderen kunnen hele inventieve oplossingen voor hun problemen bedenken. Het luisterend oor van de volwassene is in dit proces van cruciaal belang.
Als een kind een psychisch probleem heeft, kan de interne begeleider wel luisteren, maar het probleem niet oplossen. Dan zal hij altijd de ouders attent maken op het probleem en indien nodig doorverwijzen naar de juiste instantie.
Een dag op de Hoeve. Het is onze gezamenlijke zorg om iedere dag de kinderen een stapje verder, een treetje hoger of een gedachte rijker te maken. Als de school dat samen kan blijven doen met de ouders, dan zullen de kinderen gelukkig zijn!